Sinds een paar dagen wandel ik iedere ochtend om half 9 van
mijn appartement naar de school waar ik de Thaise taal leer. Het wandelingetje
van 15 minuten gebruik ik om wat woordjes van de vorige dag te repeteren, en
een enkel zinnetje uit te wisselen met de mensen die hier en daar achter een
eetstalletje op klanten staan te wachten. Heel veel mensen zie je hier tussen
de ommuurde villa’s niet op straat, maar het personeel en de bewakers van al
die grote huizen moeten ook eten, dus die stalletjes staan er niet voor niets.
De Nisa Thai Language School is het oudste en meest gerennommeerde instituut op dit gebied in Bangkok, en was me door verschillende mensen aangeraden. Het meest onderwijs op maat, en in kleine groepen. De school is gevestigd in een mooie stadsvilla in een rustige straat bij mij in de buurt.
De school had me een klasje van 4 mensen beloofd, maar er
zijn op dit moment heel weinig studenten. Het gevolg is dat ik privé onderwijs
krijg van drie docenten die elkaar afwisselen. Drie uur les in de ochtend, van
9 tot 12, en dan nog een tot anderhalf uur conversatie in de middag – dat heeft
de neiging wel eens wat uit te lopen. Er wordt op een ouderwetse manier
lesgegeven, gewoon met boeken, pen en papier, en gemotiveerde docenten. Geen
audiovisuele hulpmiddelen en digitale fratsen.
Mijn drie leraressen, Khun Sayat, Khun Yulalai en Khun Tipawan hebben alle drie een andere stijl van lesgeven, en die afwisseling voegt iets toe. Khun Sayat, duidelijk de meest senior van het stel, doet sterk denken aan die ouderwetse Nederlandse juffen die we vroeger op de lagere school voor de klas hadden – en die vaak overhoorden en je daarbij streng aankeken. Je schaamde je altijd een beetje als je iets niet wist. Het verschil is dat ik nu altijd de beurt heb, waar ik vroeger slechts een van mijn ruim 40(!) klasgenootjes was. Overigens werkt dat goed als je snel de eerste beginselen van een taal moet leren. Khun Tipawan volgt samen met mij strak de lessen uit het boek, en legt veel uit over zinsbouw, woordvolgorde en grammatica. Dat brengt gelukkig een beetje structuur in het geheel, iets waaraan het in het begin nog een beetje ontbrak. En Khun Yulalai richt zich meer op de conversatie en woordkennis, en heeft aan regels en structuur een beetje lak. Zij relativeert weer wat de anderen er strak in stampen. Je kunt heel wat dingen op een eenvoudiger manier zeggen dan de officiële regels voorschrijven. Khun Yulalai is het gezelligst, maar in het begin kon ik er geen touw a
Geen opmerkingen:
Een reactie posten