Translate

zaterdag 17 januari 2015

Ochtendwandeling

In dit jaargetijde begint de dag in Bangkok altijd koel. Het is zo rond de 20 graden, de zon staat aan een strakblauwe hemel en de hitte van het middaguur is nog ver weg. Een van de aangenaamste dingen die je dan kunt doen is een ochtendwandelingetje maken. Ik doe dat iedere dag, want mijn school die om 9 uur begint, is een kwartiertje lopen van mijn huis. En terwijl de Thais warme kleding hebben aangetrokken en een beetje klagen over de kou, loop ik fluitend naar school vol plezier over het aangename weer. Het leek me leuk met de lezers van mijn blog te delen wie en wat ik zo allemaal tegenkom op mijn dagelijkse wandeling.


Als ik ’s ochtends beneden kom zijn de eerste mensen die ik ontmoet de mannen van de security, die me altijd uitgebreid goede morgen wensen. Ik ontkom niet aan een praatje over het weer, maar dat is natuurlijk goed voor mijn Thaise taal. Bovendien willen ze graag kwijt hoe koud het wel niet is. Deze mannen zijn duidelijk al wat langer in vaste dienst van het beveiligingsbedrijf G4S, en hebben dus een vrij goede baan. Ze kennen het gebouw en zijn omgeving van haver tot gort, en regelen van alles voor de bewoners hier. En ze bedienen natuurlijk onze slagboom, waaraan ze hun autoriteit ontlenen.


In mijn straat is veel sluipverkeer, omdat de omliggende wegen in de ochtendspits volledig vast staan. Bangkok is een groot deel van de dag één grote file. Om je dan toch snel te kunnen verplaatsen gebruik je een motocy, een motorfietstaxi. De standplaats bevindt zich recht onder mijn raam, en het vrolijke geroep en geschreeuw van de motorbike jongens is als ik wakker wordt een beetje mijn wekker. Er staat meestal een lange rij klanten te wachten. De jongens weten inmiddels dat ik naar school wándel, wat ze wel grappig vinden, maar als ik later op de dag ergens heen moet ben ik een goede klant. Met een motorbike kun je gemakkelijk tussen de files doorrijden en kom je snel op je bestemming. Motorbike taxi is geen vetpot: na aftrek van kosten, de lening voor de motorbike, de vergunning, het geld voor de organisator die de ritjes verdeelt, blijft er vaak minder over dan het minimum dagloon van 300 baht (€7,50). Maar de jongens hebben wel veel plezier in hun werk en stralen dat ook uit.


Ik passeer daarna verschillende eetstalletjes, die meestal mobiel zijn, en er dus niet de hele dag staan. De straat vult zich al vroeg in de ochtend met de heerlijkste geuren. Vaak nemen mensen hier op weg naar hun werk een snack, of ze kopen alvast wat eten om mee te nemen voor de lunch. Een gefrituurd kippenvleugeltje op een stokje kost 10 baht, een vis zo’n 60 baht (maar die eet je met z’n tweeën), en een bordje rijst of noedels zo’n 40 baht. Ik ben geen ontbijt-type, en de meeste stalletjes langs mijn route zijn na lunchtijd verdwenen. Maar we zeggen altijd wel vriendelijk gedag, en mensen vinden het leuk even een praatje te maken als er geen klanten zijn. Deze mensen zijn trots op hun eetstalletje!


Als ik de stalletjes voorbij ben passeer ik een paar straten met dure huizen, met grote muren eromheen en bewakers voor de deur. Sommigen zijn heel royalistisch van aard, en laten dat zien met vlaggen langs hun tuinmuur – geel voor de koning en blauw voor de koningin. In het verdeelde Thailand is dat ook een politiek statement. Hier woont de elite en het establishment. Er is zelfs een huis, dat gebouwd is als een kopie van het Witte Huis in Washington, maar dat mag uiteraard niet worden gefotografeerd.


Wie wel op de foto wilde was de bewaker die voor een van de huizen staat, en die altijd de krant zit te lezen als ik langskom. Het is leuk in mijn gebroken Thai altijd even te vragen wat hij nu weer heeft gelezen. Er deugt weinig van de wereld, vooral in het gevaarlijke Europa waar ik vandaan kom. Deze man is blij met de rust en de orde die hier heersen sinds de militairen aan de macht zijn, en tevreden dat het rustig is in de straat. Hij hoeft het rood-witte hek alleen weg te schuiven voor de Mercedes van zijn baas.

Het is grappig hoe divers de samenstelling van deze wijk toch is, want schuin tegenover onze bewaker is een bedrijf dat metalen pijpen maakt, en waar het een leven van jewelste is. Geluiden van machines en motoren, en uiteraard radio’s die Thaise popmuziek spelen. De mannen die er werken zitten als ik langskom altijd een sigaretje te roken, en zijn zo langzamerhand gewend aan de dagelijkse verschijning van die wandelende buitenlander met zijn rugzakje. Ze vonden het leuk om even op de foto te gaan.


Weer wat verderop passeer ik een aantal dure scholen, waar kindertjes door hun ouders worden afgeleverd met de Mercedes, de Porsche of de Maserati. Er is ook een middelbare school, met wederom vlaggen van het koninklijk huis voor de deur. Ook mijn eigen school – Nisa – vlagt overigens koninklijk, zowel buiten als binnen.


Vlak bij mijn eigen school passeer ik dan nog een klein eethuisje, waar ik vaak in de lunchpauze iets eet, samen met een paar van mijn medeleerlingen. Ze hebben er heerlijke somtam, papaja salade, en gebakken rijst. Het is nog vroeg in de ochtend, dus er zijn nu nog geen klanten, maar de stoep moet nog even worden aangeveegd. 


Ik heb mijn school bereikt, de ochtendwandeling is voorbij en het is tijd om de lessen te beginnen. Sawatdee Khrap, zo begroeten we elkaar – en ook de buitenlanders spreken onderling Thai. Koud vanochtend he? Wat heb je gisteravond gedaan? Al ontbeten…?

1 opmerking: