Translate

vrijdag 20 februari 2015

Nisa (2)

Ongeveer 3 maanden geleden schreef ik in deze blog over mijn eerste stappen op de Nisa Thai Language School. En inmiddels ben ik alweer aan het eind van mijn cursus. Vanmiddag heb ik met een gezellige lunch afscheid genomen van de docenten en van mijn medescholieren. Met enige weemoed - dat wel - want het was een klein beetje familie geworden hier. Maar ik kom in het najaar terug, want de taal is te moeilijk om in één cursus van 10 weken onder de knie te krijgen. Met nieuwe medescholieren uiteraard, maar dezelfde gedreven en gepassioneerde docenten. Tijd om een beetje terug te kijken op het leren van Thai aan een van de beste scholen in Bangkok.


Waar ik in het begin nog dacht “dat Thai leer ik wel even, ik loop hier tenslotte al meer dan twintig jaar rond”, werd ik geleidelijk wel uit de droom geholpen. Thai is een moeilijke taal, vooral omdat de structuur zo anders is dan die van onze westerse talen. Toen ik ook nog begon met lees- en schrijflessen, bekroop me af en toe de gedachte “waar ben ik aan begonnen”. En ook “welke idioot heeft dit schrift eigenlijk uitgevonden – is ons ABC soms niet goed genoeg”. Het zijn de fases die er natuurlijk bij horen, en de docenten zijn het wel gewend. Ze loodsen je er vastberaden en met humor doorheen, en plotseling komt het moment dat er structuur in de taal komt, dat je woorden gaat herkennen en langzaam maar zeker een eenvoudige tekst kunt lezen. En bij de afscheidslunch kon ik in ieder geval mijn eerste speech in het Thai houden: dat werd met applaus begroet!

Omdat er weinig studenten zijn die op deze school een volledige opleiding volgen, ontstond er vanzelf een klein groepje gelijkgestemden met hetzelfde dagritme: buiten mijzelf 3 Japanners (van wie één op hetzelfde niveau als ik) en een Taiwanees. Jonge mensen, die hier door hun werkgever heen zijn gestuurd, en die een cursus doen van een vol jaar. Ik was de enige in ons groepje boven de 30 (!). Daaromheen wat mensen die minder frequent lessen volgen, minder uren per dag, of af en toe een opfris-cursusje.



Ons groepje had een volledige ochtend, lunch – besteld of afgehaald, of bij een van de vele restaurantjes in de buurt, en daarna een middagprogramma. Voor mij was dat een uur lezen en schrijven, voor de anderen een hele middag. Daarna natuurlijk wel huiswerk voor de volgende dag.
De lunch was natuurlijk een gezellig moment, waarop lekker in ons stuntelige Thai werd gekletst over van alles en nog wat, en weetjes over het leven in Bangkok werden uitgewisseld. Dat heeft op zich  natuurlijk wel iets vermakelijks: buitenlanders die allemaal goed Engels spreken in gebroken Thai met elkaar te zien converseren, maar het is een van de regels van de school: Thai spreken en oefenen!



Samen met Nagano uit Japan vormde ik het “klasje” beginners. Van 9 tot 10 een uurtje vrije conversatie, daarna tot de lunch de leerboeken op tafel en samen met de docent aan het werk met woorden, zinspatronen en stukjes tekst. De docenten wisselen af, maar al snel zijn ze allemaal langsgekomen, en worden ze net zo vertrouwd als de leerlingen. Hard werken, maar erg gezellig allemaal. En zo wordt het geleidelijk een beetje een kleine familie. En aan de docenten houd ik nog wel wat meer blijvende contacten hier over.

Nagano gaat voor een Thaise dochteronderneming van een Japanse bank werken, en studeert een vol jaar Thai, voordat het eigenlijke werk begint. Een half jaar Nisa School, en daarna een half jaar aan de Chulalonkorn Universiteit. Een enorme investering zoals veel Japanse bedrijven hier doen, waardoor er een flinke groep Japanse expats hier in Bangkok is, die vloeiend Thai spreekt. Omdat ik zelf af en toe in Japan heb gewerkt was het leuk dat we daarover ook iets van een referentiekader hadden.

Na wekenlang leren en volgestampt met kennis begon ik op het laatst wel een soort “leermoeheid” te vertonen. Je merkt dat je niet meer alles opneemt zoals in het begin, en dat er minder blijft hangen van wat je de vorige dag hebt geleerd. Is dat de leeftijd? Of ben je uiteindelijk minder gefocust? In ieder geval komt het me daarom goed uit er nu eens even mee te stoppen, en te kijken of al die kennis ook beklijft. De anderen gaan uiteraard door, en vertonen zo te zien nog geen vermoeidheidsverschijnselen. Tegen de tijd dat ik in het najaar terugkom zijn zij grotendeels klaar, en ga ik weer aan de slag met nieuwe studenten. Maar natuurlijk wel met dezelfde docenten, met wie ik graag verder studeer aan deze moeilijke maar o zo rijke taal.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten