Translate

zaterdag 6 februari 2016

Multiculti in Bangkok

Bangkok wijk voor wijk verkennen is iets waar ik maar niet genoeg van kan krijgen. En omdat deze stad zo groot is, kan ik nog wel even vooruit. De stad lijkt soms wel een eindeloze verzameling dorpen, met ieder hun eigen karakter. En zo trok de wijk Arunpat mijn aandacht, vanwege het diverse en gemengde karakter. Op de rechteroever van de Chao Phraya (de “Thonburi”-kant) valt de Portugese kerk Santa Cruz onmiddellijk op als je er langs vaart. Maar er is veel meer: twee moskeeën, een hele oude Chinese tempel, natuurlijk een paar Thaise tempels, en als toetje het zogenaamde “peperkoekhuis”. Tijd om de rivier over te steken voor een wandeling waar je geen toerist tegenkomt.

De expressboat stopt bij het splinternieuwe winkelcentrum Yodpiman, een echte toeristenfuik op de linkeroever. Dure restaurants en souvenirwinkels in een architectuur van namaak authenticiteit waar ze hier goed in zijn. De toeristen weten niet dat je in een klein hoekje van dit shopping paradijs voor 3 baht een kaartje kunt kopen voor de ferry die je naar een heel andere wereld brengt. Arunpat ligt recht aan de overkant van de rivier, en grensde aan het paleisterrein van koning Taksin, die regeerde in de korte tijd dat Thonburi de hoofdstad van Siam was (1767-1782). De koning probeerde zijn Siamese rijk weer op te bouwen, na de verwoesting van de oude hoofdstad door de Birmezen, en kon daarbij de hulp van allerlei bevolkingsgroepen goed gebruiken. En zo stelde hij grond beschikbaar aan Portugezen, die voor hem hadden gevochten, aan Chinese immigranten en Maleisische handelaren die hem van wapens voorzagen, en hij gaf toestemming voor het bouwen van een kerk, scholen en moskeeën. De nabijheid van het paleis stond natuurlijk ook garant voor het ontstaan van een paar grote Boeddhistische tempels. De oude gebouwen uit de tijd van Taksin waren van hout, en zijn alle verloren gegaan – door branden en door de tand des tijds, maar ze werden steeds herbouwd onder aanmoediging en bescherming van de Siamese koningen. De Christelijke, Chinese en Islamitische communities bleven – ook beschermd door de koning, en het is dan ook niet verwonderlijk dat je de portretten van vooral koning Rama V en van de huidige koning overal tegenkomt.


De ferry brengt me naar de overkant en na een paar minuten sta ik op het ruime plein voor de 19e eeuwse kerk van Santa Cruz. Uitbundig katholicisme, zoals je zelfs in Zuid Europa nog maar zelden ziet. Grote heiligenbeelden rondom, een “Lourdesgrot” met de heilige maagd – Gerard Reve zou hier zijn hart opgehaald hebben. Om de hoek ligt de enorme parochieschool, Sang Arun, waar een enorm heilig-hart beeld op het balkon onmiddellijk duidelijk maakt wat voor school dit is.




De mensen die in de kleine kronkelstraatjes rond de kerk en de school wonen, zijn voor een deel nog altijd de nazaten van de Portugezen die koning Taksin hielpen bij zijn gevecht tegen de Birmezen, maar afgezien van de katholieke accenten in de wijk, is dat niet meer te zien. De straatjes zijn minder dan 2 meter breed, en de sfeer is uitgesproken Thai. De katholieke bevolking is zo goed geintegreerd, dat je goed moet kijken wil je het zien. Hier en daar zie je een Mariabeeld, maar ook de Thaise geestenhuisjes ontbreken niet. En er is een kleine bakery, die heerlijke zoete taartjes bakt met ananas erin.


Een paar straten verder loop ik de Islamitische buurt binnen, langs een aantal kleine kanaaltjes rond de moskee. Het was net tijd voor de oproep voor het gebed – en die kwam luid en duidelijk: om het andere huis heeft een luidspreker hangen, aangesloten op de moskee. Het aardige is dat die oproep door iedereen die ik zag gemoedelijk werd genegeerd – en mogelijk vooral nog fungeert als tijdsaanduiding. Ongeveer zoals de kerkklokken in Europa. Ook het alcoholverbod van de profeet wordt hier niet erg serieus genomen, want men zat hier en daar gezellig rond een flesje bier. De Islam is naar Zuidoost Azie gekomen in het voetspoor van Arabische en Pakistaanse handelaren. Ze heeft zich verder via de handelsroutes verspreid, en niet door middel van oorlogen zoals in het Midden Oosten. Dat heeft ongetwijfeld een wat liberaler en vreedzamer Islam opgeleverd. Zo kwamen de islamitische Maleisiërs ook in dit gebied terecht. 



De Siamese koning zag ze graag komen, want via deze handelaren kocht hij de Europese wapens, waarmee hij zijn oorlogen tegen de Birmezen kon winnen. Hij stelde grond beschikbaar in de buurt van zijn paleis, en gaf toestemming voor de bouw van een kleine moskee, die overigens verloren is gegaan. De huidige moskee is gebouwd door een handelaar in de eerste helft van de 19e eeuw. Interessant is dat de moskee geheel is gebouwd volgens de regels van de Boeddhistische tempel-architectuur, ongetwijfeld als een eerbetoon aan de machtige koninklijke beschermheer. Uiteraard ontbreken het bladgoud en de beelden. 



De moskee is geheel wit, met een groen dak en de versieringen zijn abstrakte bloem-motieven, geheel volgens de islamitische traditie. De kleine gebedsruimte in het midden is uitermate sober, met alleen een mighrab in de noordgevel. Wat oude mannetjes kwamen hier om te bidden. Ik mocht helaas niet naar binnen, maar door de open ramen naar binnen turen was geen probleem. In de huizen rondom de moskee veel portretten van de Thaise koning, en ook hier en daar een Thais geestenhuisje op de binnenplaats – als het ene geloof niet helpt, doet het andere het wel zullen we maar denken.


Direct aan de rivier ligt een van de oudste Chinese tempels van Bangkok, de Kuan an Keng, gebouwd door Chinezen uit het gevolg van koning Taksin. Vanuit deze gemeenschap zou later China town ontstaan, aan de overkant van de rivier. Deze tempel is alleen te bereiken via een klein voetgangersbruggetje over een kanaal, en heeft een buitengewoon serene atmosfeer. De drukke hectische stad kan hier niet verder weg zijn. Bezoekers zijn er hier vrijwel niet, omdat de Chinese community voornamelijk naar de overkant van de rivier is verhuisd – waar men veel meer expansiemogelijkheden had.



Tijd om terug te keren naar de grote hectische stad aan de overkant van de rivier – maar niet zonder een blik te werpen op het “Gingerbread House” of peperkoekhuis. Het is oorspronkelijk gebouwd door een Engelse handelaar, die zich hier vestigde in de katholieke gemeenschap van de Santa Cruz kerk. Een publicatie in de Bangkok Post over het ernstige verval van dit huis had in eerste instantie mijn aandacht op deze wijk gevestigd en was dus eigenlijk de aanleiding tot deze wonderlijke ontdekkingstocht hier.


Op de ferry terug naar het moderne shopping center heb ik tijd nog even te overdenken wat ik heb gezien. Hier leven op een klein oppervlak verschillende communities en religies samen, sterk geassimileerd en aangepast aan de grote Thaise omgeving rondom hen. Alle gevestigd op uitnodiging van de Siamese koning, en aangemoedigd hun cultuur te ontwikkelen en te integreren. Als een moskee of een kerk in verval raakte – dan stimuleerde de koning de herbouw, en financierde die in sommige gevallen ook. Dat maakte het mogelijk dat deze culturele diversiteit er toch zo Thais uitziet, en dat dit integratieproces van een paar eeuwen zo’n harmonieus wijkje heeft opgeleverd. En zo ligt Arunpat wat slaperig en verstild aan de rivieroever – een enorm contrast met de schreeuwerige shoppingmall aan de overkant.


3 opmerkingen: